Cobben (59) woont samen met zijn vrouw in Ulestraten. Hun zoon en dochter zijn al enige tijd het huis uit. Vroeger bestond zijn bedrijf uit een varkenshouderij, een kleine tak loonwerk en fruitteelt. ‘In 2017 hebben we de varkenshouderij afgesloten in verband met overheidswensen. De loonwerktak is gebleven, waarin we voor aannemers werkzaamheden uitvoeren. Ons fruitteeltbedrijf is nog altijd volop actief. Op twee locaties in Ulestraten telen we peren (2/3) en appels (1/3).’
Enig bestuurswerk is Cobben niet onbekend. ‘Toen ik 25 jaar was stapte ik hier in de regio in de ruilverkavelingscommissie. Ook heb ik jaren bij het AJW, nu het AJK, gezeten. En toen wij de varkenshouderij hadden, heb ik het concept Krullvarkens opgezet’, vertelt hij.
‘Wij hadden een wroetstal. Wij waren de eerste die het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming ontvingen. Ja, en dan ook nog het bestuurswerk voor het buurtnetwerk hier. Het bestuurswerk deed ik altijd vanuit agrarisch oogpunt.’
Cobben gaat zich, naast de gezamenlijke bestuurswerkzaamheden, specifiek inzetten voor de portefeuille Fauna en Natuurinclusieve landbouw. En hij is aanspreekpunt voor leden in de gemeente Meerssen en Beekdaelen.
Ontwikkelen
Waar Cobben al bestuurservaring heeft, is dat voor Souren (31) een punt waarop hij zich verder wil ontwikkelen. Hij woont in de karakteristieke carréboerderij in Simpelveld, samen met zijn ouders, vriendin en hond. Afgelopen jaren heeft zijn akkerbouwbedrijf een flinke groei doorgemaakt.
Na zijn studie Agrarische Bedrijfskunde aan HAS green academy ging Souren aan de slag als adviseur akkerbouw Zuidoost-Brabant bij DLV, nu bekent als Delphy. Hier werd hij constant getriggerd om na te denken en zich in onderwerpen te verdiepen. ‘Toen ik thuis het bedrijf inging, bleef dat ook wel, maar anders en in mindere mate. Daarnaast wil ik me graag inzetten om het voor de leden en agrarische sector goed te doen.’
Souren gaat met Jack Nicolaes aan de slag met de portefeuille Water en is aanspreekpunt voor leden in de gemeente Simpelveld.
Wat de twee heren gemeen hebben, is de voornaamste reden waarom zij in het regiobestuur plaatsnemen. ‘Als je iets roept of ergens een mening over hebt, vind ik dat je ook een stukje verantwoording kunt nemen’, vertelt Cobben. ‘Mee eens. Ik kan niet lopen zeuren en zeggen dat dingen anders moeten en dan zelf niks doen. Met een instrument als de LLTB kun je wat doen en betekenen voor de sector’, vult Souren aan.
Beide regiobestuurders zijn benieuwd wat het bestuurswerk hen gaat brengen en hopen bij te kunnen dragen aan een toekomst waarin zij, maar ook een volgende generatie, nog kunnen blijven boeren.