Lees verder
Een belangrijk onderwerp bij onderzoek naar coöperaties betreft de relatie tussen de leden en de coöperatie. In veel onderzoek naar coöperaties wordt sinds de jaren negentig van de vorige eeuw benadrukt dat deze relatie uit drie onderdelen bestaat: een transactierelatie, een financieringsrelatie en een zeggenschapsrelatie. Deze drie relaties hangen sterk met elkaar samen; ze vormen een “systeem van attributen”. Dat wil zeggen dat je niet zomaar één element kunt veranderen zonder dat dat effect heeft op de andere elementen. Wel kan een coöperatie van de ene configuratie (een specifieke combinatie van elementen) naar een andere configuratie overstappen.
Jos Bijman

Onderzoekers en mensen uit de praktijk komen er steeds meer achter dat deze drie elementen niet de volledige relatie tussen leden en coöperatie kan verklaren. Een tekortkoming van het schema van drie elementen is dat het teveel de bilaterale relatie tussen leden en coöperatieve onderneming benadrukt, en te weinig de relatie tussen leden onderling. Maar nog belangrijker is dat er nog een vierde relatie in het spel is. Dit noemen we de community-relatie.

In onderzoek naar het ontstaan van nieuwe coöperaties en coöperatieve vormen van maatschappelijk ondernemen krijgt deze community- relatie vaak veel aandacht. Echter, in traditionele coöperaties, zoals bijvoorbeeld de land- en tuinbouwcoöperaties, speelt community nauwelijks een rol. Recent onderzoek laat zien dat het veronachtzamen van de community-relatie onvoldoende recht doet aan de meervoudige relatie tussen leden en coöperatie. Erkenning van deze relatie betekent ook dat bestuurders en managers een extra instrument hebben om de binding tussen leden en coöperatie te versterken.