Log in Item aanvragen
Coöperaties worden in navolging van het uitgangspunt dat F.W. Raiffeissen reeds hanteerde, bij voorkeur door hun leden zelf gefinancierd. Bij de diverse vormen van ledenfinanciering moeten de regels uit onder andere de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Europese Prospectusverordening in acht worden genomen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) zien hierop toe.
Marijke Flamman

We vragen aan advocaat Ella van Kranenburg met welke wettelijke financiële regels een coöperatie te maken krijgt als de leden gevraagd worden bij te dragen aan de financiering van de coöperatie.


ALS EEN COÖPERATIE FINANCIERING ZOEKT BIJ HAAR LEDEN, AAN WELKE FINANCIERINGSVORMEN MOET JE DAN DENKEN?

Feitelijk zijn er diverse vormen van financiering die kort gezegd erop neer komen dat de coöperatie geld kan ophalen via ‘vreemd vermogen’ (hierbij kan je denken aan leningen of obligaties) ofwel via ‘eigen vermogen’ (hierbij kan je denken aan certificaten). Vreemd vermogen kent normaal gesproken een terugbetalingstermijn (vaste looptijd) en een rente component. Eigen vermogen heeft normaal gesproken geen vooraf bepaalde looptijd en het rendement is meestal afhankelijk van het resultaat