Log in Item aanvragen
Per 1 mei 2019 heeft België een nieuw wetboek ingevoerd, genaamd Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV). Boeiende materie voor het coöperatieve veld, want geruchten gaan dat de coöperatieve jas voortaan nog slechts voorbehouden zou zijn aan de ‘echte’ coöperaties. Een aardverschuiving? NCR ging voor u na wat hiervan waar is.
Marijke Flamman

De Belgische coöperatie lijkt in grote lijnen erg op die van ons. Het grote verschil zit hem in de oprichting, waar in België 3 oprichters nodig zijn volstaan in Nederland 2 personen. Verder moeten alle leden van een coöperatie in België een aandeel in het vermogen van de coöperatie nemen (vandaar het feit dat ze in België geen leden worden genoemd maar aandeelhouders), terwijl dit in Nederland weliswaar mogelijk is, maar zeker niet verplicht. De coöperatie behoort in België, in tegenstelling tot Nederland, niet tot de bloedgroep van de verenigingen maar tot die van de vennootschappen. De logica hierachter is dat Belgische vennootschappen – dus ook de coöperatie – een gedeelte van hun winsten aan hun vennoten (leden) kunnen uitkeren. Dit terwijl elke uitkering in een vereniging en stichting aan de oprichters, de leden, de bestuurders of enig andere persoon, behalve voor het in de statuten bepaald belangeloos doel, strikt verboden is. Maar daar waar voor Belgische vennootschappen geldt